Mousserende wijn uit Languedoc-Roussillon

De Languedoc-Roussillon is niet alleen een van de grootste wijnregio's van Frankrijk, maar ook de historische bakermat van mousserende wijn. Al in 1531 produceerden benedictijner monniken van de abdij van Saint-Hilaire nabij Limoux een mousserende wijn door spontane tweede gisting op fles. Daarmee is de regio ouder dan Champagne en speelt het een unieke rol in de geschiedenis van bruisende wijnen.

De regio Limoux

Rond de stad Limoux, gelegen aan de uitlopers van de Pyreneeën, heerst een ideaal microklimaat voor mousserende wijn: zonrijk maar met koele nachten en invloeden van zowel de Atlantische Oceaan als de Middellandse Zee. De bodems bestaan uit kalksteen, klei en schalie, wat de wijnen spanning en structuur geeft.

Appellaties en productievoorschriften

In Limoux zijn drie appellaties erkend voor mousserende wijn:

• Blanquette de Limoux AOP: De oudste mousserende wijn van Frankrijk, verplicht minimaal 90% mauzac, aangevuld met chardonnay en/of chenin blanc. Gemaakt volgens de méthode traditionnelle, met minimaal 9 maanden rijping op fles.
• Crémant de Limoux AOP: Een elegantere, modernere stijl met minimaal 50% chardonnay, aangevuld met chenin blanc, en maximaal 10% mauzac en pinot noir. Minimaal 12 maanden rijping sur lie.
• Blanquette méthode ancestrale: Gemaakt van 100% mauzac, ongefilterd en met restsuiker. De gisting stopt spontaan in de fles, zonder dosage. Een natuurlijke stijl met een rustiek karakter.

Typische druivenrassen

De ster van de streek is ongetwijfeld mauzac, met zijn kenmerkende tonen van groene appel, gedroogde bloemen en kruiden. In Crémant stijl domineren chardonnay en chenin blanc, wat leidt tot frissere en verfijndere aroma’s. Voor rosé crémant is ook pinot noir toegestaan.

Mousserende wijnen uit Limoux zijn fris, levendig en gastronomisch verrassend veelzijdig. Ze bieden een uitstekend alternatief voor Champagne en worden vaak geprezen om hun prijs-kwaliteitverhouding. Serveer ze bij geitenkaas, salade met citrusvinaigrette, sushi of zelfs een licht zoet dessert.

Mousserende wijn uit Côtes Catalanes (Canet)

De Côtes Catalanes, gelegen in het uiterste zuiden van Frankrijk nabij de Spaanse grens, is een zonovergoten streek met een rijke wijntraditie. Binnen deze IGP (Indication Géographique Protégée) worden vooral rode en witte stille wijnen geproduceerd, maar ook mousserende wijnen vinden er steeds vaker hun weg naar het glas. In kustplaatsen zoals Canet-en-Roussillon, niet ver van Perpignan, ontstaan frisse, fruitige en toegankelijke bubbels met een uitgesproken mediterraan karakter.

Vrije stijl onder IGP regels

In tegenstelling tot AOP-regio’s zoals Limoux of Champagne, biedt de IGP Côtes Catalanes meer vrijheid in productie en druivenkeuze. Dat resulteert in mousserende wijnen die zowel traditioneel als modern kunnen zijn, en vaak verrassen door hun expressiviteit en vriendelijke prijsstelling.

Gebruikte druivenrassen

De mousserende wijnen uit Canet en omgeving worden gemaakt van een mix van lokale en internationale druiven:

• macabeu – verwant aan macabeo, brengt frisheid en structuur
• grenache blanc en grenache gris – geven body en kruidigheid
• muscat à petits grains – zorgt voor aroma’s van bloemen en tropisch fruit
• chardonnay en viognier – voor elegantie en finesse

Voor rosé-varianten worden vaak grenache noir en syrah gebruikt, wat leidt tot sappige, fruitige mousserende wijnen met een vrolijk karakter.

Productiemethoden en stijl

De meeste producenten werken met de méthode traditionnelle of de Charmat-methode, afhankelijk van het gewenste profiel. Sommige kleinere domeinen experimenteren ook met pét-nat, een natuurlijke wijnstijl met slechts één gisting. Het resultaat? Mousserende wijnen die barsten van zon, rijp fruit en een tikje kruidigheid. Vaak lichter en speelser dan Champagne, maar daardoor perfect als zomerse dorstlesser.

Perfect voor op het terras

Mousserende wijn uit de Côtes Catalanes is ideaal als aperitief, bij een schaal zeevruchten of een salade met citrus. Rosé-varianten combineren prachtig met tapas of gegrilde groenten. Serveer goed gekoeld (6–8 °C) voor het beste resultaat.