Bij de gedachte aan een glas mousserende wijn alleen al, raken wij persoonlijk in een juichstemming! Van een glaasje Prosecco, Cava, Espumante tot aan die prachtig complexe Champagne. Wat is er nou lekkerder en feestelijker dan een glas bubbels niet waar?
Mousserende wijn is een wijn met koolzuur, oftewel bubbels. Deze ontstaan door een tweede gisting waarbij koolstofdioxide in de wijn wordt opgesloten. Mousserende wijnen variëren van fris en fruitig tot complex en rijp, en zijn geliefd als aperitief, bij feestelijke gelegenheden of als veelzijdige begeleider aan tafel. Bekende voorbeelden zijn Champagne, prosecco en cava.
De eerste vermelding van mousserende wijn gaat terug tot de 16e eeuw, maar het was pas in de 17e eeuw dat de méthode traditionnelle werd geperfectioneerd in de Champagnestreek. Sindsdien is mousserende wijn uitgegroeid tot een wereldwijde categorie, met producties van hoge kwaliteit in bijna elk wijnproducerend land. Het kenmerkende bruisende karakter maakt mousserende wijn geliefd bij een breed publiek en geschikt voor talloze gelegenheden.
Er zijn meerdere methoden om mousserende wijn te maken. De gekozen methode bepaalt voor een groot deel de stijl, complexiteit en prijs van de wijn. De belangrijkste methodes zijn:
De tweede gisting vindt plaats in de fles. Hierbij wordt een liqueur de tirage (mengsel van gist en suiker) toegevoegd voordat de fles wordt afgesloten met een tijdelijke kroonkurk. Tijdens deze tweede gisting ontstaat koolzuur. De wijn rijpt vervolgens op zijn gistcellen, wat zorgt voor complexiteit, brioche-aroma’s en fijne bubbels. Na afloop worden de gistresten verwijderd (degorgement) en wordt een dosage toegevoegd om de stijl te bepalen (bijv. brut, demi-sec).
Hier vindt de tweede gisting plaats in een afgesloten tank. Deze methode wordt vaak gebruikt voor aromatische druiven zoals glera (prosecco), omdat het fruitige karakter beter behouden blijft. De wijn wordt onder druk gebotteld, wat zorgt voor een frisse en toegankelijke stijl met grotere bubbels.
Een oude methode waarbij de eerste vergisting in de fles nog niet is voltooid bij het bottelen. Hierdoor blijft restsuiker in de wijn achter, en ontstaan natuurlijke bubbels. Wijnen zijn vaak ongefilterd, licht troebel en kunnen wat restzoet bevatten. Voorbeelden zijn Clairette de Die en pét-nat.
Een eenvoudige methode waarbij koolzuurgas mechanisch aan een stille wijn wordt toegevoegd. Dit levert grotere, minder geïntegreerde bubbels op en wordt zelden toegepast bij kwaliteitswijnen.
Mousserende wijnen zijn er in alle smaken, van kurkdroog tot zoet, en in diverse kleuren en texturen:
•Brut nature: uiterst droog, zonder restsuiker (< 3 g/l), vaak strak en mineraal
•Extra brut / brut: droog, veruit de populairste stijl wereldwijd
•Extra dry: ondanks de naam lichtzoet (12–17 g/l), geliefd bij prosecco-liefhebbers
•Demi-sec / doux: halfzoet tot zoet, vaak als dessertwijn gebruikt
•Rosé: mousserende roséwijnen zijn populair vanwege hun kleur en fruitigheid
•Blanc de blancs: uitsluitend van witte druiven (meestal chardonnay), fris en verfijnd
•Blanc de noirs: van blauwe druiven zoals pinot noir, krachtiger en voller van smaak
De stijl van de wijn is dus niet alleen afhankelijk van de gebruikte druiven, maar ook van de gekozen vinificatiemethode en dosage.
De basis van mousserende wijn begint bij de druif. Elke druivensoort geeft een andere structuur, smaak en zuurgraad. Wereldwijd gebruiken vele wijnmakers de bekende druivenrassen. Hieronder geven we je een kort overzicht per land en stijl:
•chardonnay (Frankrijk, Zuid-Afrika, Italië): citrus, mineraliteit, elegantie
•pinot noir (Frankrijk, Zuid-Afrika): body, aardbei, kers
•pinot meunier (Frankrijk): rondheid, fruitigheid
•glera (Italië): peer, appel, frisse zuren
•macabeo, xarel·lo en parellada (Spanje): citrus, structuur, bloemen
•chenin blanc (Loire): hoge zuren, citrus, honing
•bical, baga, en arinto (Portugal): frisheid, florale aroma’s
•gouveio, rabigato (Douro): kruidigheid, zuren
De combinatie van rassen zorgt voor balans en complexiteit, afhankelijk van het terroir en de wijnmakersstijl.
Mousserende wijnen hebben een hoge zuurgraad en frisse mousse, waardoor ze breed inzetbaar zijn aan tafel. Enkele populaire combinaties:
•Brut Champagne met oesters, sashimi, kaviaar of tempura
•Rosé spumante met gerookte zalm, serranoham of tonijnsalade
•Cava extra brut bij tapas, kipspiesjes, manchego of kroketjes
•Prosecco extra dry met antipasti, licht pittige gerechten of sushi
•Demi-sec Crémant met aardbeientaart, millefeuille of macarons
•MCC uit Zuid-Afrika bij gegrilde garnalen, kreeft of risotto met citroen
Serveer de mousserende wijn koele, dus op zo'n 8°C tot 10˚C, gebruik hiervoor een tulpvormig glas (géén flûte) om de aroma’s goed tot hun recht te laten komen. Bewaar flessen altijd liggend op een koele, donkere plek.
Elke wijnland heeft zijn eigen stijl, traditie en typische druiven voor mousserende wijn. Bij Werkhovin vind je een brede selectie kwaliteitswijnen uit onder andere:
•Frankrijk: Champagne, Crémant de Bourgogne, Crémant de Limoux
•Italië: prosecco, spumante, metodo classico
•Spanje: cava uit Penedès en Barcelona
•Portugal: frisse, originele wijnen uit Bairrada en Douro
•Zuid-Afrika: Méthode Cap Classique uit Robertson